zaterdag 19 november 2011

Waarom zijn kinderen tegenwoordig zo weinig creatief?

'spiegeling'
Tekening van een meisje uit groep 8 lang geleden.

Dat is vraag die ik de laatste weken vaak hoor als ik met de docent even de les bespreek.
Ik weet daar geen antwoord op. En als ik dan even doorvraag, dan hoor ik: Waarom zijn kinderen nu zo anders dan vroeger toen ik zelf kind was?
Meestal is mijn ervaring dat kinderen niet anders zijn dan vroeger, dat ze nog steeds spontaan willen tonen wie ze zijn, wat ze allemaal kunnen. Maar nu zit in ik een nieuw project met nieuw materiaal en heb ik even niet de flow van mijn pastellessen.
Tijd dus om even stil te staan. Wat me nu opvalt is dat kinderen meer op hun hoede zijn. Ze zijn, zoals volwassenen, minder 'onschuldig' of wat daarvoor doorging.
Om creatief te kunnen zijn moet er ruimte zijn, en die ruimte moet leeg zijn. Als je niet weet wat verveling is, weet je ook niet wat je creatieve mogelijkheden zijn. Kinderen staan meer onder druk en zijn dus op hun hoede. Ze gokken op veilig. Net als volwassenen.
Waarom ben ik zo weinig creatief de laatste weken? Juist, omdat ik me geen lege ruimte en tijd kon veroorloven. Althans, dat dacht ik. Ik ga weer tijd maken voor nietsdoen; het soort van de nietsdoen, waarin ik bijvoorbeeld een tekening mag maken. Of tuinieren? De rest volgt dan wel.
Voor kinderen is tekenen een natuurlijke bezigheid. Althans, dat vinden wij in ons werelddeel en daarom is het ook zo. Tekenen is een manier om een verhaal te vertellen. Totdat het schrijfonderwijs (in de meeste gevallen) een eind maakt aan 'The golden age of drawing'.  De kindertekening werd door experimentele kunstenaars vlak na de Tweede Wereldoorlog ervaren als een bron van inspiratie. Pedagogen hebben geluisted naar die kunstenaars en benadrukt dat de tekening laat zien hoe het kind in de wereld staat. Dat is de kwaliteit van de tekening: anders dan de volwassene.

Dus is mijn les pas geslaagd als een kind dat durft te laten zien. Hoe hij of zij in de wereld staat, qua kleur en vorm. En nu lukt me dat even niet. Mijn frustratie is dezelfde als die van de docent die vraagt: waarom zijn kinderen (nu in mijn les) zo weinig creatief?
Soms lijkt het alsof de vaten van kinderen vol zijn, ze kunnen er weinig bij hebben. Er is niets meer zeker in onze wereld en dat heeft invloed op hen. Maar ze zijn nog jong en willen eigenlijk niets liever dan leren. Leren is, volgens de titel van een boek dat ik in de kast heb staan: MEEDOEN en ZEKER WETEN.

In een goede les begin ik met zeker weten, met een structuur die staat als een huis. Gooi je volle vaatje maar even leeg, want hier komt iets aan dat veel meer de moeite waard is dan wat je allemaal vandaag hebt meegezeuld.
 Ik zorg wel voor meerduidige materialen, die je niet direct vastpinnen als het even niet lukt. Zoals pastel. Ik laat zien dat fout niet bestaat, want je kan het zo met je hand wegvegen als het niet bevalt. Ideaal dus voor mensen die geneigd zijn om op veilig te gokken. Zoals die kinderen van tegenwoordig.

Nu eens even kijken hoe ik in mijn nieuwe lessen die balans weer kan vinden: die van veilig en zeker weten aan de éne kant,  en ruimte en experimenteerlust aan de andere.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten